DAF XF105. Manual - part 191

 

  Index      DAF     DAF XF105 - service repair manual

 

Search            

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Content   ..  189  190  191  192   ..

 

 

DAF XF105. Manual - part 191

 

 

1

KOELSYSTEEM

2-6

©

 200526

Beschrijving componenten

XF105 Serie

2.5 EXPANSIERESERVOIR

De koelvloeistoftoevoer naar de kachel wordt 

aangesloten op aansluiting 1 van het 

expansiereservoir en komt aan de voorzijde van 

het expansiereservoir weer naar buiten. 

Er is geen interne aansluiting met het 

expansiereservoir. De koelvloeistofretour van de 

kachel naar de koelvloeistofpomp is aangesloten 

op de voorzijde van het expansiereservoir en 

komt op aansluiting 5 weer naar buiten. 

Er is geen interne aansluiting met het 

expansiereservoir.

Het koelsysteem is een zelfontluchtend systeem, 

het expansiereservoir is het hoogste punt van het 

koelsysteem.

Op de radiateur is een ontluchtingsleiding 

aangebracht die verbonden is met aansluiting 2 

van het expansiereservoir.

De ontluchtingsleiding van de motor is verbonden 

met aansluiting 3 van het expansiereservoir.

Aansluiting 6 maakt het mogelijk dat er bij 

stijgende koelvloeistoftemperatuur overheveling 

van koelvloeistof plaatsvindt tussen het 

expansiereservoir en de motor.

Aansluiting 6 is gezamenlijk met de 

kachelretourleiding, aansluiting 5, verbonden met 

de koelvloeistofretourleiding naar de 

koelvloeistofpomp.

Op positie 7 is de koelvloeistofniveausensor 

geplaatst. Deze sensor controleert het 

koelvloeistofniveau en detecteert dat het 

koelvloeistofniveau te laag is en geeft via de 

VIC-2 een waarschuwing op DIP-4. 

1 2 3 4 5 7

6

M201441

©

 200526

2-7

Beschrijving componenten

KOELSYSTEEM

XF105 Serie

1

2.6 VISKEUZE VENTILATORKOPPELING

De ventilator is met de motor verbonden door 

middel van een viskeuze ventilatorkoppeling. 

Wanneer de rijwind onder bepaalde 

omstandigheden onvoldoende warmte afvoert, 

zal de ventilator extra koellucht door de radiateur 

moeten aanzuigen. Bij een viskeuze 

ventilatorkoppeling zorgt een siliconenvloeistof 

voor het overbrengen van het aandrijfmoment.

De ventilatorkoppeling is in twee kamers 

verdeeld. In de werkruimte (1) bevindt zich de 

rotor (2) die verbonden is met de aandrijfflens (7). 

De voorraadkamer (3) draait vrij over de 

aandrijfflens (7) en is verbonden met de 

ventilator. In voorraadkamer (3) bevindt zich 

siliconenvloeistof. De opening (4) in de 

voorraadkamer (3) wordt afgesloten door een 

klep (5). De klep (5) wordt bediend door een 

bimetalen strip (6).

Indien de opening (4) in de voorraadkamer (3) is 

afgesloten door klep (5), kan er geen 

siliconenvloeistof in de werkruimte (1) stromen. 

De nog in de werkruimte (1) aanwezige 

siliconenvloeistof zal via de boringen (8) in de 

voorraadkamer (3) terugstromen. Door de 

geringe hoeveelheid siliconenvloeistof in de 

werkruimte (1) zal er een hoog toerenverschil 

(slip) aanwezig zijn tussen de aandrijfflens (7) en 

de voorraadkamer (3) met de ventilator.

Bij toename van de luchttemperatuur zal de 

bimetalen strip (6) doorbuigen en de klep (5) zal 

de opening (4) in de voorraadkamer (3) 

gedeeltelijk vrijgeven. Hierdoor kan er een 

beperkte hoeveelheid siliconenvloeistof in 

werkruimte (1) en langs de rotor (2) stromen. 

De veroorzaakte wrijving zorgt ervoor dat het 

toerentalverschil (slip) tussen de aandrijfflens (7) 

en de voorraadkamer (3) met de ventilator zal 

afnemen.

M201039-2

6

8

7

5

2

3

4
1

1

KOELSYSTEEM

2-8

©

 200526

Beschrijving componenten

XF105 Serie

Naarmate de luchttemperatuur stijgt, zal de 

bimetalen strip (6) verder doorbuigen en de 

opening (4) in de voorraadkamer (3) zal geheel 

worden vrijgegeven.

Hoe verder de opening (4) in de voorraadkamer 

(3) wordt vrijgegeven, des te meer 

siliconenvloeistof zal in de werkruimte (1) en 

langs de rotor (2) stromen. Door de toename van 

wrijving zal het toerentalverschil (slip) tussen de 

aandrijfflens (7) en de voorraadkamer (3) steeds 

verder afnemen.

M201039-2

6

8

7

5

2

3

4
1

©

 200526

2-9

Beschrijving componenten

KOELSYSTEEM

XF105 Serie

1

2.7 ELEKTRONISCH GESTUURDE VENTILATORKOPPELING

Voor een nauwkeurige regeling van het 

ventilatortoerental wordt er een elektronisch 

gestuurde ventilatorkoppeling toegepast.

De elektronisch gestuurde ventilatorkoppeling 

controleert en regelt het ventilatortoerental, 

teneinde een voldoende grote koelluchtstroom 

door het koelsysteem te garanderen om de 

koelvloeistoftemperatuur en/of 

inlaatluchttemperatuur binnen gegeven grenzen 

te houden.

De spoel (4), die gelagerd gemonteerd is op de 

aandrijfas (5), veroorzaakt een magnetisch veld. 

Afhankelijk van de genoemde factoren zal de 

duty-cycle naar de spoel (4) worden aangepast. 

Hierdoor verandert ook het magnetische veld en 

wordt klep (2) meer of minder aangetrokken.

De aansturing van de ventilatorkoppeling is 

afhankelijk van verschillende factoren:

-

de koelvloeistoftemperatuur

-

de inlaatluchttemperatuur

-

de voertuigsnelheid

-

het motortoerental

-

het ventilatortoerental

-

intarder-activering

-

de interne slip van de ventilatorkoppeling 

(slipheat-beveiliging)

De ventilatorkoppeling bestaat uit een stator (1) 

en een de rotor (3) die vast op de aandrijfas (5) is 

gemonteerd. Hierin bevindt zich tevens de 

voorraadruimte (6) voor de siliconenvloeistof.

Tussen stator (1) en rotor (3) bevindt zich de 

werkruimte. De ventilator is gemonteerd op de 

stator (1) en draait vrij over de aandrijfas (5).

Het toerental van de ventilator wordt 

geregistreerd door een interne Hall-sensor en 

een pulsschijf.

Deze sensor stuurt een signaal naar de 

elektronische unit DMCI. De elektronische unit 

gebruikt dit signaal om de interne slip van de 

ventilator en het resultaat van de aansturing te 

controleren.

1

2

3

4

5

6

7

i401012

1

Stator

2

klep

3

Rotor

4

Spoel

5

Aandrijfas

6

Voorraadruimte

7

Werkruimte

 

 

 

 

 

 

 

Content   ..  189  190  191  192   ..